Wat is ABA?

Er bestaan helaas veel misvattingen over wat ABA nu echt is. Vanwege de huidige actualiteit en ophef die er is over ABA, is het des te meer noodzakelijk om een goede definitie van ABA te formuleren. Helaas zijn er hieromtrent verschillende meningen en uitgangspunten, ook onder gecertificeerde professionals. Op deze pagina geven we een onafhankelijke, theoretische en praktische definiëring en proberen we huidige uitingsvormen te verklaren.

De term

ABA staat voor Applied Behavior Analysis, de letterlijke vertaling daarvan is ’toegepaste gedragsanalyse’, oftewel een analyse van gedrag die toepasbaar is voor de praktijk. Hier gaat het echter al direct fout, omdat de vertaling niet exact weergeeft wat het daadwerkelijk is. Er bestaat namelijk ook ABA practice: de daadwerkelijke implementatie van bewezen procedures ter ondersteuning van de cliënt. Oftewel in de Nederlandse vertaling worden ‘ABA’ en ‘ABA practice’ door elkaar heen gebruikt, wat de discussie over de juiste terminologie en de juiste uitvoering bemoeilijkt. Wat ons betreft heeft de ophef die is ontstaan rondom ABA, betrekking op de ABA practice. Daarin worden duidelijke fouten gemaakt en ondervinden cliënten schade. De theorie erachter kan uiteraard ook ter discussie staan, maar is veel fundamenteler van aard.

Het theoretische uitgangspunt

Anders dan wordt aangenomen, is ABA geen methode, behandelvorm of specifieke techniek. Het kan wel zo toegepast worden, maar dan hebben we het over de ABA practice. ABA op zichzelf is wetenschap. Vanuit een analyse van het gedrag van de mens en diens ontwikkeling zijn principes ontdekt die de basis kunnen vormen voor de practice. In wetenschappelijke studies is onderzocht welke relatie omgevingsfactoren hebben op het gedrag en de ontwikkeling van de (jonge) mens. Deze functionele relaties zijn onderzocht middels uitgebreide observaties en specifieke testen waarin omgevingsfactoren werden beïnvloed om te zien welke effecten dat zou hebben op gedrag en ontwikkeling en tot welke uiteindelijke resultaten dit leidt. Dit heeft geleid tot het ontwikkelen van een enorme hoeveelheid aan theorie die toepasbaar gemaakt zou kunnen worden in een klinische, schoolse of meer bedrijfsmatige omgeving. Deze toepassing vindt plaats op basis van doorontwikkelde procedures, protocollen en werkwijzen ten behoeve van een meer specifieke uitingsvorm of voor een specifieke doelgroep en noemen we ABA practice. In meerderheid gericht op de hulp aan kinderen/ jongeren met een ontwikkelingsachterstand. Dat deze principes in die praktijk gebruikt worden is mogelijk een logische keuze, maar is nergens verplicht vanuit de theorie. ABA biedt enkel een breed theoretisch kader en wetenschappelijke onderbouwing van die principes om dit op een gedegen wijze te kunnen doen. Er is echter uiterste zorgvuldigheid nodig in de directe implementatie en toepassing van deze principes in de praktijk.

De ABA Practice

Dit houdt de directe toepassing van de theoretische principes in de praktijk in. Er is echter nergens een uitgeschreven protocol hoe dat dient te gebeuren. Dat is aan de professional en/of instantie zelf. Om die reden zijn er internationale organisaties ontstaan, die de toetsing van de ABA practice middels certificaten wilden reguleren. Hoewel er hierdoor een grote internationale community is ontstaan, is er nooit echt een kwaliteitstoetsing geweest op de werkvloer. Dat betekent dat de toepassing van de theoretische principes in de praktijk, in Nederland niet inhoudelijk is getoetst aan ethische normen. Daar loopt het wat ons betreft spaak en ontstaan er kansen op misstanden, trauma’s en andere negatieve ervaringen zoals die nu te lezen zijn in de media. Dit heeft niet met de principes op zichzelf te maken, maar met de keuze om specifieke principes te gebruiken en de wijze waarop deze worden toegepast. Het is uiteraard niet te ontkennen dat de gebruikte principes vermeld staan in de theorie, maar dat wil niet zeggen dat deze ook daadwerkelijk ingezet moeten worden in specifieke casussen. De discussie hierover is helaas te weinig gevoerd in het verleden, blijkend de hoeveelheid klachten die er zijn over deze ABA practice.

Bovenstaand is dan wel een correcte uitleg, maar klinkt nog abstract. Want hoe zit dat nu met specifieke handelswijzen die ABA worden genoemd en heeft bijna iedereen het dan bij het verkeerde eind? Middels onderstaande Q&A hopen we de meest belangrijke principes, misvattingen en diensten verder onder de loep te nemen. Indien u een vraag heeft, die er niet tussen staat, neem dan contact met ons op via ons contactformulier.

Mag iedere professional zeggen dat hij/zij ABA principes hanteert?
Het korte antwoord hierop is ‘ja’. Helaas is ABA geen beschermd product en kan iedereen zeggen ABA principes toe te passen. Helaas is hier ook geen controle en/of registratie voor, iets dat we als stichting zo snel mogelijk hopen te veranderen.
Wij vinden dat er tussen zeggen en kunnen een groot verschil zit. De principes van ABA dienen ethisch en met een grote zorgvuldigheid worden toegepast. Dat er in de theorie een grote waarde wordt gehecht aan een bepaald principe, wil niet zeggen dat je dat als professional ook moet gebruiken. We hoeven niet altijd te kiezen voor het hoogste rendement en de beste resultaten, zeker niet als dit voor de cliënt zelf schade zou kunnen veroorzaken.
Professionals moeten er ten zeerste bij stilstaan dat het vaak een kwetsbare doelgroep is waar ze mee te maken hebben.  


Wie mag het ABA programma vormgeven?
Volgens de internationale beroepscodes die er zijn mogen alleen daarvoor gecertificeerde professionals een dergelijk programma opstellen en dus de toe te passen principes uitkiezen. Dit betreft voornamelijk professionals met een gedragsdeskundige, psychologie achtergrond. Het is echter helaas in Nederland geen 100% garantie voor een ethisch correct programma.

Hoe kan ik dan zien of iemand echt verstand heeft van ABA
Helaas kan dit enkel getoetst worden aan de daadwerkelijke practice. Oftewel aan de manier waarop principes worden ingezet en gebruikt. Deze inhoudelijke toetsing is voor veel cliënten en hun omgeving moeilijk, vanwege het gebrek aan inhoudelijke kennis. Om die reden bieden we als stichting onafhankelijk advies in elke specifieke situatie. Er zijn wel certificaten en opleidingen binnen de internationale ABA gemeenschap, maar deze toetsen helaas nog geen ethische inzet van de principes. Het wil alleen zeggen dat men de theorie op orde heeft, maar zegt niets over de praktijk ondanks de noodzaak tot het volgen van supervisie.

Wat is de focus van een ABA programma?
In theorie zou de focus, van elke interventie die gebaseerd is op ABA principes, moeten zijn dat het welzijn van de cliënt er significant op vooruitgaat. De cliënt, in de breedste zin van het woord, zou meer kansen moeten ervaren in diens leven. De focus verschilt dus per practice. Algemene theoretische uitgangspunten hiervoor zijn dat het moet leiden tot een significante verbetering, die voornamelijk relevant is voor de cliënt zelf (en dus niet per se gebaseerd op wensen vanuit diens omgeving). De verbetering dient gegeneraliseerd te zijn, oftewel toepasbaar in allerlei situaties en contexten.

Is ABA alleen voor jonge kinderen met de diagnose autisme?
Nee. Jonge kinderen met de diagnose autisme of een ontwikkelingsachterstand in de breedste zin van het woord zijn wel de belangrijkste doelgroep van ABA programma’s op dit moment, maar zeker niet de enige mogelijke doelgroep. Binnen de literatuur is aangetoond dat het gebruik van de juiste principes het meeste effect hebben bij het jonge kind, omdat ze het meest leerbaar zijn. Echter kunnen principes ook ingezet worden bij tieners, volwassenen, ouderen en zelfs binnen het personeelsbeleid of de marketing binnen organisaties en overheden.

Aangezien de ABA practice voornamelijk bestaat uit professionals en instellingen die zich richten op het jonge kind, zijn onderstaand enkele relevante vragen weergegeven die in die praktijk vaak naar voren komen.

Is straffen en belonen een onderdeel van ABA?
In de praktijk komt het helaas voor dat deze principes gebruikt worden, maar dit is niet correct. Zowel de terminologie ‘straffen’ en ‘belonen’ is niet afkomstig uit de theorie, alsmede is er nergens een verplichting om vergelijkbare principes in te zetten in de praktijk. Dat het binnen de ABA practice veel gebeurd, wil niet zeggen dat dit ook de bedoeling is. Een korte uitwerking hiervan:
Binnen ABA staan ‘reinforcement’ en ‘punishment’ omschreven als mogelijke principes om gedrag en ontwikkeling te beïnvloeden. Het gaat hier voornamelijk om het theoretisch concept dat de professional ervan op de hoogte moet zijn dat het veranderen van de omgeving een effect heeft op het gedrag en op de ontwikkeling. Deze effecten zijn wetenschappelijk onderzocht en hebben een waarde gekregen. Dat wil zeggen dat er vanuit de wetenschap heel duidelijk naar voren komt dat de stimulatie van ontwikkeling en gedrag het beste vanuit een positive benadering kan plaatsvinden. Het inzetten en gebruiken van complimenten, krullen, tokens of andere middelen kan echter zowel een ‘reinforcing’ als ‘punishing’ effect hebben. Het draait er in de theorie dus voornamelijk om dat er een bepaald inzicht is in deze beïnvloedende factoren en dat deze op de juiste wijze worden gebruikt.
In principe kan gesteld worden dat iedereen die een ander persoon weleens een compliment gegeven heeft en/of boos op iemand is geworden onbewust een bepaald onderdeel uit de theorie van ABA heeft gebruikt. Vanuit de theorie van ABA kunnen we er echter ook bewust gebruik van maken.


ABA is toch gewoon hondentraining, rigide en maakt van mijn kind een robot?
Als dit ervaren wordt, dan moet er direct aan de bel getrokken worden. Dit zou namelijk niet het geval mogen zijn en getuigd eerder van een slechte ABA practice, dan dat de principes van ABA de schuld zouden moeten krijgen. De keuzes voor de inzet van principes is namelijk die van de betrokken professional en/of instantie. Dat bepaalde principes in theoretische zin onderzocht zijn en beschreven staan, wil namelijk niet zeggen dat we ze ook in de praktijk moeten inzetten. Sommige principes zijn daar helemaal niet voor bedoeld (neem bijv. het punishment principe of het gebruik van aversives).
Als er twijfel is over de juistheid van de in te zetten principes, kan de stichting een second-opinion aanbieden om hier een oordeel over te vellen. Ook kan er melding gemaakt worden bij de betreffende controlerende organen (zoals de inspectie gezondheidszorg, de gemeente, het zorgkantoor enzovoorts). Het is geenszins aan te raden om af te wachten in dergelijke situaties totdat het verbeterd. Trauma’s en andere schade dienen koste wat kost voorkomen te worden, door snel en adequaat te handelen en bij twijfel direct aan de bel te trekken.


Er wordt gebruik gemaakt van eetbare 'beloningen', klopt dit?
Als stichting zijn we een tegenstander van het gebruik van etenswaren binnen een programma. Desondanks is er inderdaad wetenschappelijk en theoretisch onderzocht welke effecten dit kan hebben. Zoals eerder genoemd, betekent dit niet dat deze principes ook daadwerkelijk gebruikt moeten worden. Helaas zien we het anno 2024 nog steeds veel te vaak in de praktijk. We willen iedereen die hier mee te maken heeft, direct oproepen om hierover in discussie te gaan met de betreffende professional. Het is niet alleen onethisch, maar ook zeer onwenselijk voor de ontwikkeling van het kind, als er te lang gebruik gemaakt wordt van etenswaren in het programma. Dit is schadelijk op veel vlakken en ook onnodig. Datzelfde geldt overigens ook voor het gebruik van schermpjes.
Uiteraard hebben veel kinderen een grote motivatie om iets te doen voor een snoepje of schermpje. Dat is nu eenmaal hun grote interesse. Dat wil echter niet zeggen dat we dat ook daadwerkelijk moeten integreren in onze programma’s. Het is juist van belang om motivatie te gebruiken om nieuwe voorkeuren te leren.
Hoewel er altijd uitzonderingen bestaan op incidentele basis, is het in het algemeen ‘not done’ om etenswaren in te zetten op een frequente en methodische wijze.


Heb ik inzage in de voortgang van het programma?
In de regel is inzage in het programma altijd voorbehouden aan ouders/verzorgers van het betreffende kind. Ook de internationale beroepscode stelt dit als een verplichting en gaat nog een stap verder. Zonder toestemming mag een dergelijk programma helemaal niet uitgevoerd worden. Daarnaast is de professional verplicht om de voortgang structureel bij te houden en te kunnen aantonen middels data. Indien dit niet gebeurd kunt u de betreffende professional daarop aanspreken. Ook moeten gebruikte termen en principes op een alledaagse wijze worden uitgelegd, zodat iedereen het kan begrijpen.

Welke specifieke uitingsvormen kent ABA?
De ABA practice bestaat uit veel verschillende producten. Zo kan er behandeling geboden worden met gebruikmaking van ABA principes, maar ook begeleiding, oudercoaching en ambulante hulp. Het is belangrijk om te benoemen dat ABA op zichzelf dus geen behandeling is. De principes kunnen wel gebruikt worden voor een behandeling. Oftewel het is noodzakelijk om onderscheid te maken tussen ABA en ABA practice.
Daarnaast zijn er ook producten ontwikkeld vanuit de ABA theorie, die anders worden genoemd. Onder andere het Picture Exchange Communication System (PECS), Treatment and Education of Autistic and related Communication Handicapped Children (TEACCH), Pivotal Response Treatment (PRT), Positive Behavior Support (PBS), Floortime en Floorplay vallen onder deze categorie. Het zijn allemaal specifieke uitingsvormen die afkomstig zijn vanuit de theorie van Behavior Analysis, oftewel ABA.

Scroll naar boven